TaxAble

experts in belastingen

  • Zakelijk
    • Soorten zakelijke belastingen
      • Winstbelasting
      • Loonbelasting
      • Belasting toegevoegde waarde (BTW)
      • Dividendbelasting
    • Belastingplanning
    • Compliance diensten
    • Belasting calculator
  • Privé
    • Aangifte inkomstenbelasting
    • 30% regeling
    • Expat en belastingen
    • Soorten privé belastingen
      • Belastingtarieven 2020
      • Belastingtarieven 2019
      • Belastingtarieven 2018
      • Belastingtarieven 2017
  • Alles in één huis
    • Opzetten vennootschap
    • Fiscale compliance & accountancy
    • Partners & Netwerk
  • Nieuws
    • Nieuws over zakelijke belasting
    • Nieuws over expats en belastingen
    • Nieuws over privé belasting
    • Nieuws over de 30% regeling
    • Overig belastingnieuws
  • Over ons
    • Achtergrond
    • Verbonden
    • Algemene voorwaarden TaxAble
  • Contact
  • Nederlands
  • English
U bent hier: Home / Archives for Nieuws / Nieuws over privé belasting

Jaarlijkse indexatie minimum salaris 30% regeling 2020

januari 4, 2020 by Jan-Hein

Salariscriterium –
Er moet aan een salariscriterium worden voldaan om de 30% regeling te kunnen toepassen. In onderstaand staan de minimumbedragen voor het jaar 2020. Er zijn drie kwalificerende salarisgroepen:

1. Wetenschappers hebben geen salarisminimum.

2. Werknemers jonger dan 30 jaar met een Masters-opleiding hebben een minimum salarisvereiste van EUR 29.149 (2020) / EUR 28.690 (2019) / EUR 28,350 (2018) exclusief de 30% vergoeding en EUR 41.642 (2020) / EUR 40.985 (2019) / EUR 40.500 (2018) inclusief de 30% vergoeding.

3. De resterende groep van expats (die niet onder de groepen 1 en/of 2 vallen) hebben een minimum salarisvereiste van EUR 38.347 (2020) / EUR 37.743 (2019) / EUR 37,296 (2018) exclusief de 30% vergoeding en EUR 54.782 (2020) / EUR 53.918 (2019) / EUR 53.280 (2018) inclusief de 30% vergoeding.

Houd er rekening mee dat deze minimumbedragen jaarlijks worden geïndexeerd. In principe mag het salariscriterium niet naar rato worden verlaagd in het geval van een deeltijdbaan. Er is een uitzondering op deze regel in geval van ouderschapsverlof. Het looncriterium vervangt in principe het oude criterium van vereiste specifieke vaardigheden, in die zin is de uitspraak toegankelijker geworden.

Het salariscriterium is een ​​doorlopende test; de werkgever moet daarom voortdurend controleren of nog steeds aan alle vereisten wordt voldaan door zijn werknemer.

Hier staan de overige voorwaarden voor de toepassing van de 30%-regeling.

Wij kunnen u assisteren bij de volledige procedure aanvraag 30% regeling, neem hiertoe contact met ons op.

 

Filed Under: Nieuws over de 30% regeling, Nieuws over expats en belastingen, Nieuws over privé belasting, Nieuws over zakelijke belasting

Sociale zekerheid internationaal; waar bent u verzekerd?

december 15, 2019 by Jan-Hein

Sociale zekerheid bij grenswerkers; waar bent u verzekerd?
Wanneer u als werknemer of zelfstandige in veel verschillende landen tegelijk werkt, is het soms lastig te bepalen in welk land u sociaal verzekerd bent en dus welk land heffingsbevoegd is als het gaat om de sociale premies. Bij de sociale premies gaat het om de AOW, Anw en Wlz (volksverzekeringen) en de WW, WAO, WIA en ZW (werknemersverzekeringen).

Om te zorgen dat niet meerdere landen claimen heffingsbevoegd te zijn, is Verordening 883/2004 van de Europese Unie betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels in het leven geroepen. In de Verordening zijn aanwijsregels opgenomen die bij grensoverschrijdende situaties de heffingsbevoegdheid toewijzen aan slechts één land. Let wel: de Verordening is alleen van toepassing op EU-lidstaten.

Artikel 11 van de Verordening regelt dat het werkland (dus het land waarin de werkzaamheden plaatsvinden) in principe de sociale premies mag heffen. Woont u dus in Nederland maar werkt u in Duitsland, dan bent u volgens de Verordening verplicht om aan Duitsland sociale premies af te staan (u kunt dit nooit aan twee landen verplicht zijn).

Verricht u werkzaamheden in 2 of meer lidstaten voor 1 werkgever? Dan is artikel 13 van de Verordening van toepassing. De regels zijn als volgt:

  • Verricht u 25% of meer van de werkzaamheden in de lidstaat waarin u woont, dan is deze lidstaat heffingsbevoegd;
  • Verricht u minder dan 25% van de werkzaamheden in de lidstaat waarin u woont, dan is de lidstaat heffingsbevoegd waar uw werkgever zich zetelt, oftewel waar uw werkgever gevestigd is.

Verricht u werkzaamheden in 2 of meer lidstaten voor 2 of meer verschillende werkgevers? In dit geval zijn de volgende regels van toepassing:

  • Zijn de 2 werkgevers in dezelfde lidstaat gevestigd, dan is deze lidstaat heffingsbevoegd;
  • Zijn de werkgevers in 2 verschillende lidstaten gevestigd, waarvan 1 lidstaat de lidstaat is waar u woont, dan is de andere lidstaat heffingsbevoegd;
  • Zijn de werkgevers gevestigd in ten minste 2 verschillende lidstaten, niet zijnde de lidstaat waar u woont, dan is de lidstaat waar u woont heffingsbevoegd.

Interessant is het begrip werkgever dat voor de toepassing van de Verordening tot op heden steeds formeel is uitgelegd. Uit bovenstaande regels komt naar voren, zodra men niet minstens 25% van de werkzaamheden in het woonland verricht en er sprake is van 1 werkgever (dit is vaak het geval), dat dan het land heffingsbevoegd waar de werkgever gevestigd is. Denk aan beroepen binnen het beroepsgoederenvervoer, waar men veel grenzen passeert en langs onderweg is.

Bij een formele uitleg van het begrip werkgever gaat het om de vestigingsplek op papier. Er wordt veelal gekeken naar de statutaire zetel (in welk land is de werkgever ingeschreven). Het lijkt niet onbegrijpelijke dat een dergelijke formele benadering frauduleuze constructies in de hand werkt waarbij een werkgever op papier wel in een bepaald land is gevestigd, maar feitelijk opereert vanuit een ander land.

Op 26 november 2019 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie in een arrest bepaald deze uitleg drastisch om te willen gooien. In het arrest geeft het Hof antwoord op prejudiciële vragen van het CRvB (Centrale Raad van Beroep).
Binnen de rechtspraak bestond al wel langer een tendens naar een meer materiële uitleg van het werkgeversbegrip binnen de sociale zekerheid, echter nog nooit is dit door het Hof uitgesproken.

In onderhavige zaak ging het om de Cypriotische werkgever AFMB. AFMB heeft veel vrachtwagenchauffeurs in dienst die aldus op papier een te Cyprus gevestigde werkgever hebben. In Cyprus zijn de socialezekerheidspremies een stuk lager dan in Nederland. Dit gaat hand in hand met een slecht werkend sociaal vangnet. Word je opeens arbeidsongeschikt, dan kun je in mindere mate rekenen op een fatsoenlijke uitkering.

De feitelijke, werkelijke situatie tussen de vrachtwagenchauffeurs en AFMB was dat de vrachtwagenchauffeurs voor onbepaalde tijd volledig ter beschikking stonden aan in Nederland gevestigde ondernemingen en dat zij ook het feitelijk gezag over hen uitoefenden.

Het Hof heeft nu dan ook geoordeeld dat de werkgever diegene is ‘die de betrokkenen heeft aangeworven, die hen feitelijk voor onbepaalde tijd volledig ter beschikking heeft, die het feitelijke gezag over hen uitoefent en die de facto hun loonkosten draagt’. Op deze manier worden constructies vermeden die niets met de werkelijkheid te maken hebben en wordt u als werknemer of zelfstandige ook beschermt tegen een zwak sociaal vangnet.

Filed Under: Nieuws over expats en belastingen, Nieuws over privé belasting, Nieuws over zakelijke belasting, Overig belastingnieuws

Groene beleggingen: vrijstelling box 3 en extra heffingskorting

november 23, 2018 by Jan-Hein

Groene beleggingen: vrijstelling box 3 en extra heffingskorting.
In deze tijd van lage rentes op spaartegoeden kunnen groene beleggingen een fiscaal gunstig alternatief zijn voor laagrenderend vermogen.

Vrijstelling box 3
€ 57.845 (2018), tot maximaal dit bedrag aan groene beleggingen hoeft geen box 3 voldaan te worden. Dat kan op jaarbasis een belastingbesparing van circa 0,6% – 1,61% belasting geven (afhankelijk van de hoogte van het vermogen), oftewel € 347 – € 931.

Heffingskorting
Een heffingskorting wordt in mindering gebracht over de verschuldigde belasting.
De heffingskorting groene beleggingen is 0,7% van de genoten vrijstelling groene beleggingen box 3.

Voorbeeld
Gesteld u zet € 50.000 in groene beleggingen, dan is de besparing:
€ 300 – € 805 aan besparing box 3
€ 350 aan heffingskorting
Dus totale besparing in dit voorbeeld is tussen € 650 en € 1.155.

Nadeel is dat er waarschijnlijk geen rente wordt vergoed op groene beleggingen. Maar u zou op een gewone spaarrekening minimaal 1,3% p/jaar (maar waarschijnlijk meer) moeten halen om gelijk of beter uit te komen dan met groene beleggingen.

Boven het bedrag van de vrijstelling zitten er geen belastingvoordelen aan de groene beleggingen.

Bijgevoegd de lijst met kwalificerende groene fondsen waarvoor de onderstaande inkomstenbelasting voordelen gelden (actueel per 23/11/2018):  overzicht_fonds_belegging_belastingvoordeel_ib2001z2pl

Filed Under: Nieuws over privé belasting

Individuele bezwaren box 3 2017 worden massaal bezwaar

juli 13, 2018 by Jan-Hein

Individuele bezwaren tegen de box 3 grondslag sparen en beleggen / vermogensbelasting in de aanslag inkomstenbelasting 2017 zullen worden behandeld als ‘massaal’ bezwaar. Vanaf het belastingjaar 2017 is de berekeningsmethode van het fictieve rendement in box 3 gewijzigd. Deze nieuwe methode heeft tot veel kritiek geleid.


De nieuwe fictieve rendement methode per belastingjaar 2017 is een fictie gebaseerd op een fictie. Fictief zijn zowel het soort gedane investeringen als de rente op deze fictieve investeringen.

Als u bezwaar hebt gemaakt of als u van plan bent om bezwaar te maken tegen de beoordeling van de inkomstenbelasting 2017, dan is het volgende van belang. De staatssecretaris van Financiën heeft besloten dat alle individuele bezwaren tegen de beoordeling van de inkomstenbelasting 2017 zullen worden aangewezen als ‘massaal’ bezwaar. Dit bespaart individuele belastingbetalers veel werk en gerechtskosten / advieskosten.

Er zijn reeds bezwaren tegen box 3 aanslagen 2017 in behandeling genomen door de Belastingdienst en deze zaken zullen voor de belastingrechter komen. Het eindresultaat van een aantal representatieve procedures zal leidend zijn voor de uitkomst van alle individuele bezwaren tegen de inkomstenbelasting aanslagen 2017.

Er zijn echter enkele voorwaarden voor uw bezwaar om onder deze massale bezwaarprocedure te vallen. Uw bezwaar zal de volgende rechtsvraag moeten bevatten:

Is de vermogensrendementsheffing in het belastingjaar 2017, uitgaande van de forfaitaire elementen van het stelsel, in onderlinge samenhang en met inachtneming van het heffingvrije vermogen en het belastingtarief van 30%, op regelniveau in strijd met:
1.artikel 1 van het Eerste Protocol bij het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EVRM), zonder dat de schending van de “fair balance” op het niveau van de individuele belastingplichtige wordt beoordeeld; of
2.het discriminatieverbod van artikel 14 EVRM?

Als aan het einde van de testprocedures de nieuwe fictief rendement methode inderdaad in strijd is met de EU-wetgeving, wordt verwacht dat tegenbewijs op individuele basis is toegestaan.

Voor zover tegenbewijs is toegestaan, zal wanneer bijvoorbeeld het fictieve rendement minimaal 10% hoger is dan het werkelijke rendement, deze lagere werkelijke rente de belastbare waarde zijn. De belastingrechter zal een dergelijke methode ontwikkelen voor het geval er inderdaad een inbreuk is op de EU-wetgeving.

Houd er rekening mee dat, ondanks deze ‘massale bezwaarprocedure’, individuele belastingbetalers nog steeds op tijd bezwaar moeten indienen (binnen zes weken na dagtekening van de definitieve aanslag inkomstenbelasting 2017).

Tot op heden, hoewel er al veel procedures zijn gevoerd, is de sinds 2001 geldende fictieve rendement methode (van toepassing tot 2017) nog steeds niet in strijd met de wettelijke vrijheid die de Nederlandse wetgever heeft om belastingwetgeving op te stellen.

Het is moeilijk om de uitkomst van dit massaal bezwaar te voorspellen, hoewel met betrekking tot een andere box 3 waarderingsmethode (waarde van verhuurd onroerend goed), waarin tevens met een fictie op fictie wordt gerekend, al eerder tegenbewijs voor een lagere waarde door de belastingrechtbank werd toegestaan.

Als de testcase tot de conclusie leidt dat er geen inbreuk is op de EU-wetgeving, kunt u de volgende oplossing nog steeds overwegen: Houd uw aandelen via uw eigen besloten vennootschap!

Besluit staatssecretaris van Financiën: Massaal bezwaar box 3 2017

Filed Under: Nieuws over expats en belastingen, Nieuws over privé belasting

Buitensporige last leidt tot tijdsevenredige verlaging box 3

april 15, 2018 by Jan-Hein

Een buitensporige last kan toch leiden tot een daadwerkelijke (tijdsevenredige) verlaging van box 3. Een eerdere uitspraak hierover door het Gerechtshof is nu bevestigd door de Hoge Raad.

Het ging hier echter wel om een hele specifieke casus waarbij een man op 31 januari 2013 zijn vermogen had geïnvesteerd in aandelen van SNS Reaal. Een dag later, d.w.z. op 1 februari 2013, nam de Nederlandse Staat de aandelen van het financiële concern over om het van een waarschijnlijke ondergang te redden.

Per peildatum 1 januari 2013 had deze man nog circa EUR 275.000 in bezit in de vorm van aandelen in een andere N.V. Betreffende belegging verruilde hij voor de aandelen in SNS Reaal, welke per 1 februari 2013 waardeloos werden.

Door deze onaangename wending raakte de man met zijn inkomen onder de armoedegrens. Ondanks dat de peildatum in de box 3 systematiek geen rekening houdt met de ontwikkeling van het vermogen gedurende de rest van het belastingjaar na de peildatum, was volgens het Hof hier nu toch sprake van een buitensporige last in het belastingjaar 2013.

Deze buitensporige last ontstond volgens het Hof voor wat betreft het belastingjaar 2013 vanaf 1 februari tot ultimo 2013. Als gevolg hiervan heeft het Hof een tijdsevenredige vermindering toegepast over het box 3 vermogen voor de periode februari tot en met december waardoor het vermogen per peildatum voor pro rata 1/12de deel belast was.

De Hoge Raad heeft deze uitspraak van het Hof gevolgd, maar vond daarbij wel dat het Hof erg ver ging in het zelf toepassen van niet bestaande wetgeving wat betreft de tijdsevenredige toepassing.

Het is vraag of deze uitspraak ook van toepassing kan zijn bij bijvoorbeeld het instorten van de cryptomunt. Voor recentere belastingjaren kan het sowieso te adviseren zijn om bezwaar te maken tegen het forfaitair rendement. Deze uitspraak geeft aan dat enig tegenbewijs – naast bij de stapeling van forfaits – toch is toegestaan.

Als alternatief voor box 3 geldt dat in box 2 heffing van het daadwerkelijke rendement mogelijk is! Bijvoorbeeld in het geval van fluctuerende en/of laagrenderende bezittingen.

Wij kunnen u van dienst bij het opstellen van de aangifte inkomstenbelasting, ook kunnen wij u bijstaan bij een eventuele bezwaarprocedure.

Filed Under: Nieuws over privé belasting

Middeling wisselende inkomens drie aaneengesloten jaren

april 15, 2018 by Jan-Hein

Hebt u een sterk wisselend inkomen verspreid over drie aaneengesloten jaren? Dan betaalt u waarschijnlijk meer belasting dan wanneer u dat inkomen gelijkmatig verdeeld over een jaar krijgt. U kunt dan in aanmerking komen voor de middelingsregeling.

Met middeling berekent u uw gemiddelde inkomen over 3 aaneengesloten kalenderjaren. Dit is het middelingstijdvak. Vervolgens berekent u hoeveel belasting u per jaar moet betalen. Zijn de nieuwe belastingbedragen lager dan die van de eerdere aanslagen? Dan hebt u mogelijk recht op een teruggaaf.

Voor wie is middeling bedoeld? Hier zijn een aantal voorbeeldsituaties:

U hebt na uw afstuderen een vaste baan gekregen en u had naast uw studie een bijbaan.
U hebt een ontslagvergoeding (‘gouden handdruk’) gekregen en vervolgens een WW-uitkering.
U bent in de afgelopen jaren gestart of gestopt met werken.
U werkt als freelancer of als ondernemer.
U hebt onbetaald verlof opgenomen (bijvoorbeeld voor een sabbatical).
U bent parttime gaan werken.

Bent u buitenlands belastingplichtige in een of meer van de relevante drie jaren. Dan geldt voor de middelingsregeling het volgende.

Vanaf 2015
U mag de middelingsregeling gebruiken als u kwalificerende buitenlands belastingplichtige (geen keuze meer) bent.

2014 en eerder
U mag de middelingsregeling gebruiken als u als buitenlands belastingplichtige heeft gekozen voor de binnenlandse belastingplicht. Of als u 90% of meer van uw totale inkomen (wereldinkomen) in Nederland verdient.

Wij kunnen de gehele procedure voor middeling verzorgen. Daarnaast kunnen wij u in dit kader van dienst zijn bij het opstellen van uw aangiften inkomstenbelasting.

 

Filed Under: Nieuws, Nieuws over expats en belastingen, Nieuws over privé belasting

  • 1
  • 2
  • 3
  • Next Page »
  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Recente artikelen

  • Per 1 januari 2021 bronbelasting op interest en royalty’s
  • Vaste reiskostenvergoeding tijdens de Corona crisis
  • Jaarlijkse indexatie minimum salaris 30% regeling 2020
  • Sociale zekerheid internationaal; waar bent u verzekerd?
  • Aan- of verkoopkosten deelneming aftrekbaar bij geen transactie

Zoek

Nieuws categorieën

  • Nieuws
    • Nieuws over de 30% regeling
    • Nieuws over expats en belastingen
    • Nieuws over privé belasting
    • Nieuws over zakelijke belasting
    • Overig belastingnieuws

Copyright © 2021 TaxAble :: experts in belastingen

© Taxable 2017 –2021 - Privacy statement

  • Nederlands
  • English