Deze pagina is ook beschikbaar in: English (Engels)
Met ingang van 1 januari 2021 is een bronbelasting op interest en royalty’s ingevoerd. Het gevolg hiervan is dat renten en royalty’s die betaald worden door een in Nederland gevestigde inhoudingsplichtige aan een gelieerde entiteit die gevestigd is in een laagbelastende jurisdictie of in een normale jurisdictie, waarbij sprake is van een misbruiksituatie, in de belastingheffing worden betrokken.
Wanneer is sprake van een laagbelaste jurisdictie voor de bronbelasting? Een staat wordt aangemerkt als laagbelaste jurisdictie indien deze een statutair tarief van minder dan 9% hanteert voor de winstbelasting of is opgenomen in een in dat tijdvak geldende EU-lijst van niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden.
Van een misbruiksituatie is sprake indien een entiteit gerechtigd is tot de voordelen met als hoofddoel om de heffing van belasting te ontgaan en er sprake is van een kunstmatige constructie of samenstel van transacties die als kunstmatig kan worden beschouwd.
Het belastingtarief komt overeen met het hoogste percentage in de vennootschapsbelasting, aldus 25%.
De belastingplichtige is de voordeelgerechtigde en de belasting wordt geheven over de voordelen in de vorm van renten en royalty’s. De belasting wordt geheven door inhouding op de voordelen. De inhoudingsplichtige houdt de belasting in op het tijdstip waarop de voordelen worden genoten.