In onderstaand staan weergegeven het antwoord van 10 september 2012 op Kamervragen van de leden Neppérus en Lodders (2012Z03320) alsmede de relevante memorie van toelichting belastingplan 2013. De stamrecht BV wordt hierin niet genoemd, maar het is m.i. denkbaar dat onderstaand ook van toepassing is op o.a. stamrecht BV’s gezien het feit dat artikel 19b wet op de loonbelasting 1964 ziet op zowel pensioen BV’s als op stamrecht BV’s
2012Z03320
Vragen van de leden Neppérus en Lodders (beiden VVD) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de staatssecretaris van Financiën over vermindering van pensioenaanspraken van particuliere pensioen bv´s (ingezonden
22 februari 2012)
1.
Bent u er van op de hoogte dat ook particuliere pensioen bv’s (met name door een steeds sneller stijgende leeftijdsverwachting) worden geconfronteerd met een lagere dekkingsgraad?
2.
Bent u bekend met de problematiek die ontstaat bij vooral oudere pensioengerechtigden (directeuren grootaandeelhouders) die beperkt in staat zijn de onderdekking van een particuliere pensioen bv te herstellen gezien de korte termijn tot aan de pensioeningangsdatum?
Het is mij bekend dat de vermogenspositie van particuliere pensioen bv’s (hierna ook: eigenbeheerlichamen) niet altijd toereikend is om de gedane pensioentoezeggingen te kunnen nakomen. De gevolgen van zo’n ontoereikende
vermogenspositie zijn mij bekend.
3.
Bent u bekend met artikel 134 van de Pensioenwet waarin onder andere gesteld wordt dat pensioenfondsen de pensioenaanspraken kunnen verminderen indien een pensioenfonds niet in staat is binnen een redelijke termijn de technische voorzieningen en het minimaal vereist eigen vermogen door waarden te dekken?
Ja.
4.
Bent u ermee bekend dat, in tegenstelling tot pensioenfondsen, het op grond van artikel 19b van de Wet op de loonbelasting (Wet LB), het directeuren grootaandeelhouders niet is toegestaan de pensioenuitkeringen van de particuliere pensioen bv te verlagen omdat er geen sprake is van faillissement, surseance van betaling of schuldsanering van de particuliere pensioen bv? Hoe verhoudt zich dit tot een regulier pensioenfonds dat met onderdekking te maken heeft? Deelt u de mening dat een pensioen bv – evenals een pensioenfonds – ook in de gelegenheid gesteld moet worden om de uitkeringen te kunnen verlagen, indien deze niet binnen een redelijke termijn in staat is om het eigen vermogen door waarde te dekken? Zo nee, waarom niet?
Het is mij bekend dat het op dit moment niet is toegestaan om zonder directe fiscale gevolgen een in eigen beheer opgebouwd pensioen prijs te geven, behoudens in situaties van faillissement, surseance van betaling of schuldsanering. Zo’n fiscaal verbod op prijsgeven is niet aan de orde bij een regulier pensioenfonds als pensioenaanspraken worden afgestempeld. Dat verschil laat zich onder meer hierdoor verklaren dat de beslissing tot vermindering van pensioenaanspraken bij een regulier fonds in de Pensioenwet met veel waarborgen is omgeven en dat deze waarborgen niet gelden bij pensioen in eigen beheer. Ook geschiedt het prijsgeven van aanspraken bij een eigenbeheerlichaam door de directeurgrootaandeelhouder die tevens zelf (vaak enig) pensioendeelnemer is. Een regeling die zou toestaan dat in eigen beheer opgebouwde pensioenaanspraken op ieder moment van onderdekking kunnen worden afgestempeld, zou er ook toe leiden dat met afstempelen oneigenlijk gebruik kan worden gemaakt van de fiscale faciliteit voor pensioenopbouw. Een regeling op grond waarvan de Belastingdienst verantwoordelijk wordt voor het toezicht op de dekkingsgraad bij eigenbeheerlichamen en het afstempelen van aldaar ondergebrachte regelingen (ca. 150.000) zou zonder nadere regels ook leiden tot omvangrijke uitvoeringskosten. Ook zou dit leiden tot navenante administratieve lasten. Het voorgaande neemt niet weg dat ik van oordeel ben dat in het huidige economische tijdgewricht, waar ook eigenbeheerlichamen kunnen worden geconfronteerd met sterk tegenvallende ondernemingsen beleggingsresultaten, aanleiding bestaat de huidige regelgeving op het punt van het prijsgeven van pensioenaanspraken bij eigenbeheerlichamen te heroverwegen.
5.
Bent u bekend met advies 9 van de adviescommissie fiscale behandeling pensioenen (2004) waarin wordt geadviseerd een extra invulling op te nemen van het criterium «niet voor verwezenlijking vatbaar» in lid 19b van de Wet LB wanneer minder dan 75% van de vastgestelde pensioenuitkeringen zouden kunnen worden genoten op grond van een actuariële toets van de waarde? Hoe ziet u dit advies in relatie met de problematiek rondom de pensioen bv?
Ja. Uitvoering geven aan dit advies zou zonder beperking tot bepaalde gevallen of nadere voorwaarden leiden tot een buitensporige toename van de uitvoeringskosten voor de Belastingdienst en de administratieve lasten voor het
bedrijfsleven.
6.
Bent u bekend met het antwoord van de staatssecretaris van Financiën, mede namens uw ambtsvoorganger op eerdere vragen over particuliere pensioen bv’s waarin wordt gesteld dat de genoemde definitie in vraag 5 niet wordt verruimd
omdat het tot disproportionele administratieve lasten zou leiden ter voorkoming van oneigenlijk gebruik? Onderschrijft u de inschatting van deze disproportionele administratieve lasten? Wat is de budgettaire omvang van de administratieve lasten?
Ja. Een vormgeving zoals voorgesteld door de Adviescommissie zou leiden tot disproportioneel hoge uitvoeringskosten voor de Belastingdienst ter voorkoming van oneigenlijk gebruik. Navenant zouden ook de administratieve lasten voor het bedrijfsleven stijgen. De omvang van de uitvoeringskosten zou jaarlijks ten minste € 4,6 miljoen bedragen. De administratieve lasten voor het bedrijfsleven zouden in dat geval ten minste € 8,13 miljoen per jaar belopen. Bij deze cijfers is nog geen rekening gehouden met het feit dat het voorstel van de Adviescommissie mogelijk maakt dat op elk gewenst moment gedurende de opbouwen uitkeringsfase het af-en bijstempelen van pensioenaanspraken opnieuw aan de orde kan worden gesteld. Het voorgaande neemt niet weg dat ik – in het huidige economische tijdgewricht, waar regelmatig sprake is van reële ondernemingsen beleggingsverliezen bij het eigenbeheerlichaam – aanleiding zie om voor bepaalde gevallen en onder bepaalde voorwaarden een tegemoetkomende regeling te treffen.
7.
Welke alternatieven zijn er mogelijk waarbij directeurengrootaandeelhouders in het kader van eigen verantwoordelijkheid en eigen regie alsnog in staat worden gesteld om pensioenuitkeringen te verlagen op basis van dezelfde criteria als pensioenfondsen en waarbij de stijging van de administratieve lasten ter voorkoming van oneigenlijk gebruik beperkt blijft?
Ik ben voornemens in het Belastingplan 2013 een voorstel op te nemen op grond waarvan in bepaalde gevallen en onder strikte voorwaarden op pensioeningangsdatum (eenmalig) een vermindering van in eigen beheer opgebouwde pensioenaanspraken kan plaatsvinden. De regeling zal zodanig worden vormgegeven dat zij met name betrekking heeft op de onderdekking die ontstaat door reële ondernemings-en beleggingsverliezen bij het eigenbeheerlichaam. Bij de vormgeving van de regeling zal een evenwicht worden gezocht tussen de omvang van de dekkingsgraadproblematiek bij de eigenbeheerlichamen, de uitvoeringskosten voor de Belastingdienst, de administratieve lasten voor het bedrijfsleven en de budgettaire gevolgen van het verlenen van verder belastinguitstel.
Belastingplan 2013 – Afstempeling eigenbeheerpensioenen
De leden Neppérus en Lodders hebben Kamervragen gesteld over de vermindering van pensioenaanspraken van particuliere pensioen-bv’s. In het antwoord is toegezegd onder bepaalde voorwaarden mogelijk te maken dat verzekeraars van zogenoemde eigenbeheerpensioenen van directeuren-grootaandeelhouders (DGA’s), in overeenstemming met de betrokken deelnemers, de aangegane pensioenverplichtingen kunnen verminderen als het vermogen van de verzekeraar in relatie tot deze verplichtingen ontoereikend is (16). Daarom wordt voorgesteld onder bepaalde voorwaarden eenmalig, op het tijdstip waarop het pensioen ingaat (pensioeningangsdatum), een vermindering van de pensioenaanspraken goed te keuren. Met deze goedkeuring kan het op dat moment in het eigenbeheerlichaam aanwezige vermogen door een verlaging van de pensioenuitkeringen beter over de op de pensioeningangsdatum verwachte pensioenduur worden gespreid. Hiermee wordt voor de pensioengerechtigde een meer op draagkracht gerichte heffing over de pensioenuitkeringen gerealiseerd. Deze beleidswijziging acht het kabinet in het huidige tijdsgewricht, waar regelmatig sprake is van reële ondernemings- en beleggingsverliezen bij het eigenbeheerlichaam, gerechtvaardigd. Voor deze beleidswijziging is nodig dat de Wet LB 1964 wordt aangepast. Het prijsgeven van in eigen beheer opgebouwde pensioenaanspraken door een DGA kwalificeert op dit moment in beginsel (17) immers als een onregelmatige handeling. Het goedkeuren van het verminderen van pensioenaanspraken zal zo veel mogelijk worden beperkt tot situaties waarbij de ”onderdekking” bij het eigenbeheerlichaam een gevolg is van reële beleggings- en ondernemingsverliezen. Oneigenlijk gebruik van de voorgestelde regeling moet worden voorkomen. Verder zullen de voorwaarden ten doel hebben de budgettaire effecten van de faciliteit te beperken en de gevolgen voor de uitvoering door de Belastingdienst te mitigeren. Het verminderen van pensioenaanspraken zal om die reden alleen worden goedgekeurd op de pensioeningangsdatum. De voorgestelde regeling voorziet derhalve in een eenmalige mogelijkheid tot vermindering van pensioenaanspraken, namelijk op pensioeningangsdatum. Zonder nadere regeling zouden daardoor niet voor de afstempelmogelijkheid in aanmerking komen gevallen waarin de pensioenuitkeringen op 1 januari 2013 reeds lopen. Die situatie is ongewenst, zodat is voorzien in een overgangsregeling. Die regeling bewerkstelligt dat in de periode 2013 tot en met 2015 ook in dergelijke situaties eenmalig een goedkeuring tot vermindering van pensioenaanspraken kan worden verleend. De te stellen voorwaarden zullen voor die situatie overigens gelijk zijn aan de bij de reguliere regeling te stellen voorwaarden.
————————————————
16 Antwoord van 10 september 2012 op Kamervragen van de leden Neppérus en Lodders (2012Z03320).
17 Het prijsgeven van in eigen beheer opgebouwde pensioenaanspraken is op dit moment slechts mogelijk als sprake is van “niet voor verwezenlijking vatbare rechten”. Aanspraken zijn volgens de geldende jurisprudentie uitsluitend ”niet voor verwezenlijking vatbaar” als de verzekeraar in een fase van faillissement, surseance van betaling of schuldsanering verkeert.
————————————————-
Voor verdere informatie omtrent het in eigen beheer opbouwen van pensioen en/of de werking van een stamrecht BV, kunt u uiteraard contact met ons opnemen.